Man onder stress prefereert volle vrouw
Zet mannen een kwartier onder een beetje psychologische stress, en ze vallen ineens op een molliger type vrouw. Dat ontdekte de Maleis-Britse psycholoog Viren Swami. Stress maakt mannen onzeker, en onzekere mannen willen een vrouw met een hoger vetpercentage.
In grote lijnen bepalen de genen van mannen op wat voor vrouwen ze vallen: op vrouwen met een lichaamstype - met een verhoudingsgewijs slanke taille en brede heupen - dat verraadt dat ze vruchtbaar is. Tenminste, dat beweren biologische psychologen. [Human Nature. 2005 15:364–375.]
Hoe die genetisch geprogrammeerde voorkeur in de praktijk uitpakt hangt af van individuele factoren en omgevingsfactoren. Volgens Brits onderzoek is de hormoonhuishouding van mannen bijvoorbeeld een factor. Hoe meer testosteron mannen aanmaken, des te vrouwelijker zijn de vrouwen waarop ze vallen.
Het onderzoek dat Swami een paar dagen geleden publiceerde in PLoS heeft betrekking op omgevingsfactoren. Op stress, om precies te zijn. Stressprikkels laten mannen zichzelf voorbereiden op zware tijden, beredeneerde de onderzoeker, en in moeilijke tijden heb je als man meer een seksuele partner met wat meer vet. Of zo'n slank ietepetietje met van die dunne armpjes de komende winter overleeft, dat moet je nog maar afwachten.
Om zijn theorie te toetsen experimenteerde Swami met zo'n tachtig heteroseksuele mannen. De helft daarvan moest voor een camera, een microfoon en een groep mensen een sollicitatiegesprek ondergaan dat 15 minuten duurde [Stress group]. De andere helft van de mannen zat gedurende dat kwartier met zijn benen over elkaar in een wachtkamer [Control group].
Na afloop kregen alle mannen tien foto's van vrouwelijke lichaamstypes te zien, en moesten ze aangeven welk vrouwenlichamen ze aantrekkelijk vonden.
In de Stress group was lichaamstype 5 het meest populair, in de controlegroep was dat lichaamstype 4.
De gemiddelde gestresste man vond lichaamstype 7 nog aantrekkelijk, en lichaamstype 8 niet meer. De gemiddelde man in de controlegroep vond lichaamstype 6 nog aantrekkelijk, en type 7 niet meer.
De gemiddelde gestresste man vond lichaamstype 3 nog aantrekkelijk, en de lichaamstypen 1 en 2 niet meer - net als de gemiddelde man in de controlegroep. De gestresste mannen hadden dus een bredere smaak dan de niet-gestrestte. Psychologische stress maakt mannen dus minder kieskeurig.
Ook dat is evolutionair verklaarbaar. De kans op het doorgeven van je genen is, ook tijdens een strenge winter, hoger met een dunne vrouw dan helemaal geen vrouw. Een halve eierstok is beter dan helemaal geen eierstok.
Swami werkte vijf jaar geleden mee aan onderzoek naar de seksuele voorkeur van Zulu's. [Evol Hum Behav. 2006 27: 443–456.] Daaruit bleek dat Afrikaanse Zulumannen een voorkeur hebben voor mollige vrouwen, maar dat Britse Zulumannen op net zulke slanke vlichaamstypes vallen als andere Britse mannen. In Afrika is het leven zwaarder en de psychologische stress groter dan in Engeland, verklaart Swami.
"Taken together, the present results provide support for the suggestion that human attractiveness judgements may reflect adaptive strategies for dealing with experiences of threat", concludeert de psycholoog. "Human mate choice preferences are likely context-specific and recalibrate as conditions and experiences change."
Bron:
PLoS ONE 7(8): e42593.
Zet mannen een kwartier onder een beetje psychologische stress, en ze vallen ineens op een molliger type vrouw. Dat ontdekte de Maleis-Britse psycholoog Viren Swami. Stress maakt mannen onzeker, en onzekere mannen willen een vrouw met een hoger vetpercentage.
In grote lijnen bepalen de genen van mannen op wat voor vrouwen ze vallen: op vrouwen met een lichaamstype - met een verhoudingsgewijs slanke taille en brede heupen - dat verraadt dat ze vruchtbaar is. Tenminste, dat beweren biologische psychologen. [Human Nature. 2005 15:364–375.]
Hoe die genetisch geprogrammeerde voorkeur in de praktijk uitpakt hangt af van individuele factoren en omgevingsfactoren. Volgens Brits onderzoek is de hormoonhuishouding van mannen bijvoorbeeld een factor. Hoe meer testosteron mannen aanmaken, des te vrouwelijker zijn de vrouwen waarop ze vallen.
Het onderzoek dat Swami een paar dagen geleden publiceerde in PLoS heeft betrekking op omgevingsfactoren. Op stress, om precies te zijn. Stressprikkels laten mannen zichzelf voorbereiden op zware tijden, beredeneerde de onderzoeker, en in moeilijke tijden heb je als man meer een seksuele partner met wat meer vet. Of zo'n slank ietepetietje met van die dunne armpjes de komende winter overleeft, dat moet je nog maar afwachten.
Om zijn theorie te toetsen experimenteerde Swami met zo'n tachtig heteroseksuele mannen. De helft daarvan moest voor een camera, een microfoon en een groep mensen een sollicitatiegesprek ondergaan dat 15 minuten duurde [Stress group]. De andere helft van de mannen zat gedurende dat kwartier met zijn benen over elkaar in een wachtkamer [Control group].
Na afloop kregen alle mannen tien foto's van vrouwelijke lichaamstypes te zien, en moesten ze aangeven welk vrouwenlichamen ze aantrekkelijk vonden.
In de Stress group was lichaamstype 5 het meest populair, in de controlegroep was dat lichaamstype 4.
De gemiddelde gestresste man vond lichaamstype 7 nog aantrekkelijk, en lichaamstype 8 niet meer. De gemiddelde man in de controlegroep vond lichaamstype 6 nog aantrekkelijk, en type 7 niet meer.
De gemiddelde gestresste man vond lichaamstype 3 nog aantrekkelijk, en de lichaamstypen 1 en 2 niet meer - net als de gemiddelde man in de controlegroep. De gestresste mannen hadden dus een bredere smaak dan de niet-gestrestte. Psychologische stress maakt mannen dus minder kieskeurig.
Ook dat is evolutionair verklaarbaar. De kans op het doorgeven van je genen is, ook tijdens een strenge winter, hoger met een dunne vrouw dan helemaal geen vrouw. Een halve eierstok is beter dan helemaal geen eierstok.
Swami werkte vijf jaar geleden mee aan onderzoek naar de seksuele voorkeur van Zulu's. [Evol Hum Behav. 2006 27: 443–456.] Daaruit bleek dat Afrikaanse Zulumannen een voorkeur hebben voor mollige vrouwen, maar dat Britse Zulumannen op net zulke slanke vlichaamstypes vallen als andere Britse mannen. In Afrika is het leven zwaarder en de psychologische stress groter dan in Engeland, verklaart Swami.
"Taken together, the present results provide support for the suggestion that human attractiveness judgements may reflect adaptive strategies for dealing with experiences of threat", concludeert de psycholoog. "Human mate choice preferences are likely context-specific and recalibrate as conditions and experiences change."
Bron:
PLoS ONE 7(8): e42593.
Comment