Informatie die ik leer (Cios)

[Been]

haha leuke reacties allemaal ga morgen beginnen als een gek te typen leer ik eindelijk ook nog eens want meestal ben ik te lui om het echt goed te leren ...
we beginnen gewoon dan maar bij 1

Dat is de juiste instelling

[IJsBlok]

haha, ffies alles er op zetten zo´n 350 pagina´s
en ik schrijf het niet letterlijk op onzin dingen zoals voorbeelden van een tiener die niet 100% is of wat dan ook laat ik er buiten want dat is niet heel intresant

[IJsBlok]

hmm jij geeft mij een idee.. ik verdiep mij vooral in het medisch gedeelte. Mischien dat ik wat info online ook gooi (wel eigen topic dont worrie )

Kan altijd handig zijn

haha is al goed hoor jongen
is weer wat anders dan non stop off topic te gaan d8 doe ik ook nog een bijdrage aan het forum

[Falstyr]

scan het boek, maak het een pdf e-book en stuur het naar mij. Ik heb schijt aan copyright en heb een webhost om te verspreiden :P

[antma]

scan het boek, maak het een pdf e-book en stuur het naar mij. Ik heb schijt aan copyright en heb een webhost om te verspreiden :P

[IJsBlok]

scan het boek, maak het een pdf e-book en stuur het naar mij. Ik heb schijt aan copyright en heb een webhost om te verspreiden :P

haha oke, maar deed het ook om er zelf van te leren want over typen leer je veel

[IJsBlok]

Hier is dan Thema 1:
heeft iemand nog tip om het anders neer te zetten want voor word was het te groot ofzo voor uploaden.

Thema 1: De sportleider als trainer-coach

Mensen gaan oom allerlei redenen (motieven) sporten of bewegen.
Veelal ligt een combinatie van redenen hieraan ten grondslag.
We zetten eens een paar redenen op een rijtje.

Motieven om te sporten:
-lichamelijk of somatisch motief
-sociaal-psychologisch motief
-prestatiemotief
-financieel motief

Lichamelijk of somatisch motief:
Gewaarschuwd door de overheid of door de huisarts besluiten nogal wat volwassenen van middelbare leeftijd te gaan sporten.
Ze zijn wat te dik geworden en hebben een markbaar verminderde conditie.
Ze weten dat het gevaar van hart- en vaatziekten op de loer ligt.
Ze gaan wandelen, op aerobics of wielrennen.
In eerste instantie niet omdat sportief bewegen als leuk wordt ervaren, maar vooral om fysiek ongemak in de toekomst te voorkomen.
Ze streven vooral naar een verbetering van wat we noemen: de cardiorespiratoire gezondheid.
Sommige, meer jeugdige personen, zijn gaan sporten, omdat de schoolarts vertelde dat dat goed zou zijn.
Een enkele topzwemmer is op deze manier begonnen.
Op aanraden van de schoolarts wordt geprobeerd de problemen van astma te boven te komen door eens ‘wat vaker wat baantjes te gaan zwemmen’ Ook kan ook een slechte houding, een zwakkere rug of onvrede met het uiterlijk een aanleiding vormen om aan sport te gaan doen.

Overtuigd van de positieve invloed die sport en bewegen op het lichaam kunnen hebben, melden veel personen zich dus bij een club of centrum.
Soms leidt het, ondanks alle goede voornemens, tot niets.

Sociaal-psychologisch motief:
Sportbeoefening kan veel plezier met zich meebrengen.
Er kan veel gelachen worden, tijdens de trainingen maar ook ervoor en erna.
Mensen met wie je in de vereniging veel optrekt, ga je beter leren kennen en waarderen.
Je bouwt er een grotere kennissenkring mee op.
Je wordt mischien wel (sport)vrienden voor het leven…

Het gaat voor deze groep niet in eerste instantie om de kwaliteit van de sportbeoefening of om het lichamelijke effect ervan.
Het gaat vooral om de positieve relationele sfeer die in de sport wordt gewaardeerd.
Het is dan ook deze sfeer die men mist waneer men langdurig afwezig was, door bijvoorbeeld een blessures of een vakantie.
Men snakt ernaar om weer te mogen gaan.




Ga eens kijken naar een voetbaltraining voor veteranen, of naar een groep aquajoggers in het zwembad.
Je zult dan merken wat we met sociaal-psychologisch motief bedoelen.

Wanneer iemand een goede sporter is geworden, kan hij op psychologisch gebied groeien.
Op school of op het werk is hij misschien geen hoogvlieger, maar in de posrt staat hij zijn mannetje.
Daar is hij iemand, daar wordt hij omwille van zijn niveau gewaardeerd.
Men spreekt ook wel eens van het compensatiefemotief van sport.
In het dagelijkse leven is iemand misschien wat kleurloos en behoort hij niet tot de beteren.
Met sporten kan hij mogelijke minderwaardigheidsgevoelens wegwerken als blijkt dat hij bij het sporten wel degelijk wat kan.

Eigenschappen die we bij het sporten nodig hebben, zoals doorzettingsvermogen, af kunnen zien en vastberadenheid, worden ook buiten de sport in de maatschappij erg gewaardeerd.
Door jarenlang te sporten kunnen mensen dan ook een sterkere persoonlijkheid krijgen.

Prestatiemotief:
Bij veel sporters gaat het om het leveren van prestaties.
Sla de maandagkrant eens open en kijk op de bladzijde van de sportuitslagen.
Je ziet er vooral de uitslagen van topsportwedstrijden.
Voetbal voorop natuurlijk.
Maar daarnaast zie je ook landelijke en regionale uitslagen van hardlopen, synchroomzwemmen, gewichtsheffen, darts, triatlon en skeeleren.
Zeker bij topsport is het het resultaat, de prestatie, die telt.

De buitenwereld beoordeelt sporters maar al te graag op hun prestaties: ‘Jullie hebben verloren, las ik in de krant’, vorige keer behaalde Nederland meer medailles’en ‘Zo hard getraind en toch geen PR gelopen in Rotterdam?’

Soms houden sporters plakboeken bij, waarin hun prestaties uit de kranten keurig gerangschikt staan.
Hun kamer staat vol met behaalde bekers en wordt verder opgesierd met sportmedailles en sportfoto’s.
Het kan ook zo leuk zijn, als sporter jezelf verbeteren in pressatief opzicht, trainen en ervoor beloond worden door vooruitgang te boeken.
Het geeft je een goed gevoel en het besef wat te kunnen.
Voor veel sporters is winnen of het realiseren van een nieuw persoonlijk record, de reden om zo hard en zo veel te trainen.
Wanneer je deze kans niet hebt gehad als jeugdige sporter, dan kun je als veteraan deze kans alsnog krijgen.
De loop- en triatlonsport zijn daarom gekenmerkt door het in grote getale deelnemen van veteranen in de diverse leeftijdsgroepen.
Ze kunnen zelfs deelnemen aan een heuse NK, EK en WK voor veteranen.
Op je zestigste wereldkampioen worden op 110meter horden, of in de categorie 40+ heren met 2uur en 12minuten wereldrecordhouder worden op klassieke marathon afstanden 42.195 meter.
Dat kan allemaal!


Financieel motief
Een enkele sporter is zo goed dat hij met wedstrijden wat geld kan verdienen.
Zo kan de triatleet op een zondag middag wat euro’s verdienen.
Hij moet daarvoor 2 tot 9 uur presteren en ook nog eens 20uur per week trainen.
Jarenlang.
Reis-, materiaal- en kledingkosten zijn voor eigen rekening.
Er zijn hardlopers, die op zaterdag en op zondag een wedstrijd lopen om een ‘centje bij te verdienen’.

Als je een topper bent geworden in de juiste tak van sport, dan kun je daar onvoorstelbaar veel geld mee verdienen.
Zoals schaatsers, voetballers, wielrenners en tennissers.
Bij uitzondering verdient ook een enkele zwemmer, hardloper, hockeyer of tafeltennisser een aardige som geld.
Maar er is ook een andere kant van de medaille.
Wanneer je al jarenlang op niveau presteert, kan het zijn dat je alleen nog omwille van het geld sport.
Door blessures, of misschien wel doping, breng je je gezondheid steeds vaker in gevaar.
Je zult wel moeten.
Je bent topsporter en moet geld verdienen.
Het plezier in het sporten is niet meer zo groot en veel vrienden heb je niet meer over.
Alleen de geldelijke opbrengsten van je sportprestatie houden je nog op de been.

De trainer-coach:
De trainer-coach werkt veelal bij sporttverenigingen, fitnesscentra, sport- en bewegingscentra, buitensportondernemingen of bij defensie.
De trainer-coach werkt met specifieke groepen en/of individuele sporters.
Het gaat daarbij om getalenteerde sporters, die spelen op een gemiddeld compitief- tot topsportniveau of om getalenteerde jeugd.
Het kan ook gaan om ouderen, mensen met een beperking, een chronische aandoening of bepaalde fysieke klachten.

De trainer-coach begeleidt bij verschillende soorten sport- en bewegingsactiviteiten.
Vaak gaat het daarbij om de bekende sporttakken: voetbal, turnen, volleybal, basketbal, golven, tennis, schaatsen, zwemmen enzovoort.
Ook begeleidt de trainer-coach sporters bij fitnesscentra of bij defensie bij het verbeteren van hun conditie.

Allerlei typen sporters komt de trainer-coach tegen.
Sporters van alle leeftijden, met verschillende culturele achtergronden, sporters met een beperking, fanatieke sporters en aan vrijwilligerswerk en teruggang van teamsporten.
Ook zien we een afname van de instroom van jeugdige sporters.
Daar ategenover staat een toename van sporten als fitness en aerobics en een verbreding van dit aanbod.
Binnen de sportverenigingen zien we eveneens een verbreding van het aanbod en het ontstaan van omniverenigingen.
Tevens zien we een verdere professionalisering van het kader.



De trainer-coach is enthousiast en sportief.
Hij is flexibel en weet van aanpakken.
Hij kan plannen aanpassen als omstandigheden daarom vragen.
Door een positieve aanpak en begeleiding komen de sporters met plezier terug naar de activiteiten die hij organiseert.


Hij is integer en gaat respectvol met mensen om.
Hij is representatief en heeft een klantengerichte houding.
De trainer-coach heeft zowel oog heeft voor de groep als geheel, als voor de individuele sporters.
Bij alle werkzaamheden moet de trainer-coach het plezier, de hygiëne, de gezondheid en de veiligheid van de sporters in de gaten houden.

De trainer-coach kan zich goed inleven, maar is niet bang om mensen op hun gedrag aan te spreken als dat nodig is.
Een trainer/coach moet over een sterke persoonlijkheid, een passie voor sport en een flinke dosis mensenkennis beschikken.
Hij is in staat beoogde effecten te bereiekn bij de doelgroep waar hij mee werkt, is een goede netwerker en weet het overzicht te behouden.

Kennmerkend voor de trainer-coach is dat hij zelfstandig sportactiviteiten aanbiedt en sporters begeleidt.
De trainer-coach ontwikkelt zelfstandig plannen en houdt daarbij rekening met de wensen, verwachtingen en mogelijkheden van de sporters.
Tevens organiseert de trainer-coach wedstrijden, evenementen en toernooien.
Hij maakt een plan van aanpak en regelt zaken als accommodatie en middelen en verzorgt(een deel van) de pr, regelt een draaiboek.
Ook verricht de trainer-coach werkzaamheden ten behoeve van de sportorganisatie: hij organiseert nevenactiviteiten, zoals bijvoorbeeld een sinterklaasfeest, loterij of barbecue.
Hij beheerst en onderhoudt onder andere materialen en accommodatie, hij geeft informatie aan (potentiële) sporters en hun ouders of verzorgers en onderhoudt contacten met andere organisaties.
Hij is in staat Eerste Hulp Bij Sportongelukken (EHBSO) en reanimatie toe te passen.

Om al deze werkzaamheden te kunnen uitvoeren moet de trainer-coach over veel kennis beschikken.
Hij gaat dan niet allen over kennis van de betreffende tak van sport, maar het gaat bijvoorbeeld ook over kennis van de trainingsleer, van het mensenlijk lichaam, gezondheid en hygiëne, blessurepreventie en EHBO, doping, voeding, sportkleding en sportschoeisel, wedstrijdbegeleiding, begeleiding van groepen en ga zo maar door.
Trainer-coach zijn is een lastig vak.
Je leert er voortdurend dingen bij.
Niet alleen door de cursussen die je blijft volgen, maar vooral ook door te leren van je eigen ervaring en de ervaring van anderen.

[nonuser]

mooi! ik wacht met smacht op nr 2 t/m 21 haha grapje!
maar is wel interesand!

[MasterTuning]

Pdf1:
RapidShare: Easy Filehosting

Grtz MT

[cybersul]

Heey BB-ers,
Ik zit nu op het Cios wat veel mensen hier weten.
Ik leer veel uit de boeken maar niet altijd ben ik er mee eens wat ik leer.
Ook moet ik veel typen en doe alles op mijn laptop.
Dus ik dacht zo wat ik allemaal typ kan ik net zo goed online gooien en jullie meningen er over horen.
Dit zijn mijn hoofdstukken:
1)Werken als trainer-coach
2)Gezondheid
3)Hygiëne
4)Voeding voor sporters
5)Sportmateriaal en sportkleding
6)Fysiologie: werking van het menselijk lichaam
7)Anatomie: bouw van het bewegingsapparaat
8)Inspanningsfysiologie: het menselijk lichaam tijdens inspanning
9)Biomechanica
10)blessurepreventie
11)Doping
12)Trainen
13)Coordinatie
14)lenigheid
15)uithoudingsvermogen
16)Kracht en krachttraining
17)snelheid
18)Analyseren,testen en meten
19)Het trainingsplan
20)mentale begeleiding
21)Wedstrijdbegeleiding

hier staan dus een paar hoofstukken in die best intresant zijn voor de BBers.
Dus als jullie intresse er in hebben noem de nummertjes maar en als ik ze op de pc heb staan zal ik ze online gooien.

MVG IJsBlok

Volgs mijn heb ik die boek ook

[IJsBlok]

Volgs mijn heb ik die boek ook

oke en wat doe je voor opleiding ?

[schiedam]

bij mij op het werk loopt ook iemand stage die doet cios Haarlem.
Zo heb ik ieder jaar wel 1 stagere om te begeleiden.,maar dat zijn altijd 3e jaars.
Of loop jij ook stage.

[punani]

doe maar 21 ben benieuwd wat ze zeggen op cios

[kees]

Volgs mijn heb ik die boek ook

Doe jij dan hoofdstuk 2 ?

[IJsBlok]

bij mij op het werk loopt ook iemand stage die doet cios Haarlem.
Zo heb ik ieder jaar wel 1 stagere om te begeleiden.,maar dat zijn altijd 3e jaars.
Of loop jij ook stage.

Ja kan klopen je moet in de 2de beginnen met stages en 3de en 4de heb je ook veel stages.
Maar helaas heb ik geen stage.

Wat voor werk doe je