Het bewijs: plank beter voor core dan crunch
Als je een goede midsectie wilt opbouwen, met sterke onderrugspieren en abdominals die een stootje kunnen opvangen, dan kun je de crunch beter vervangen door een oefening als de plank, zeggen de betere trainers al een paar jaar. Een studie van Pennsylvania State University, die binnenkort verschijnt in de Journal of Strength and Conditioning Research, geeft ze helemaal gelijk.
Aan de ouderwetse sit-up en de crunch kleven twee nadelen. Op de langere termijn kunnen ze rugklachten in de hand werken omdat ze je tussenwervelschijven belasten, en bovendien ze werken niet goed. De spieren in je midsectie zijn niet zozeer bedoeld om je torso te bewegen, maar vooral om je torso stabiel te houden als je ruggengraat onder spanning staat.
De betere oefeningen voor je onderrug en buik zijn dan ook, zoals je in praktisch elke editie van een blad als Men's Health kunt lezen, oefeningen waarbij de spieren in je midsectie zich juist moeten inspannen om je ruggenwervels niet te laten bewegen. Daarom is de plank een betere oefening dan de sit-up of de crunch, en de side-plank een betere oefening dan de oblique-crunch.
Bij die betere oefeningen isoleer je je spiergroepen niet. Je pakt alle spiergroepen in je midsectie [magazines en trainers spreken liever van core], inclusief spieren in je heupen en in je bovenrug en schouders. Het zijn, in het jargon van bewegingswetenschappers, integration core exercises.
De onderzoekers plakten elektroden op de spieren van 20 proefpersonen, en lieten de proefpersonen vervolgens 16 core-oefeningen uitvoeren. Via de elektroden konden de onderzoekers zien hoe intensief de oefeningen de spieren van de proefpersonen activeerden. Hoe meer electrische activiteit in een spier, des te harder moet die spier werken.
De figuur hieronder vertelt dat de core-spieren harder moeten werken tijdens een plank [rechtsonder; voorgrond in de grafiek] dan tijdens een crunch [linksonder; achtergrond in de grafiek].
AD = anterior deltoid, RA = rectus abdominus, EO = external abdominal oblique, TE = thoracic erector spinae [de spier die van je schedel tot aan je heupbeen langs je ruggengraat loopt], LE = lumbar erector spinae [de onderrugspier], GM = gluteus maximus.
Hieronder zie je een vergelijking tussen de superman [linksonder; achtergrond in de grafiek] en de pointer [rechtsonder; voorgrond in de grafiek].
De superman is net zo'n isolatie-oefening als de crunch. Je ligt op de grond, en trekt je benen en borst omhoog doordat je je gluten en onderrugspier samentrekt. De pointer lijkt meer op de plank. Je brengt je lichaam in een houding waarin je corespieren hard moeten werken om je wervels stabiel te houden. De figuur hieronder maakt duidelijk welke van de twee de betere oefening is.
Bron:
J Strength Cond Res. 2012 May 10. [Epub ahead of print].
Als je een goede midsectie wilt opbouwen, met sterke onderrugspieren en abdominals die een stootje kunnen opvangen, dan kun je de crunch beter vervangen door een oefening als de plank, zeggen de betere trainers al een paar jaar. Een studie van Pennsylvania State University, die binnenkort verschijnt in de Journal of Strength and Conditioning Research, geeft ze helemaal gelijk.
Aan de ouderwetse sit-up en de crunch kleven twee nadelen. Op de langere termijn kunnen ze rugklachten in de hand werken omdat ze je tussenwervelschijven belasten, en bovendien ze werken niet goed. De spieren in je midsectie zijn niet zozeer bedoeld om je torso te bewegen, maar vooral om je torso stabiel te houden als je ruggengraat onder spanning staat.
De betere oefeningen voor je onderrug en buik zijn dan ook, zoals je in praktisch elke editie van een blad als Men's Health kunt lezen, oefeningen waarbij de spieren in je midsectie zich juist moeten inspannen om je ruggenwervels niet te laten bewegen. Daarom is de plank een betere oefening dan de sit-up of de crunch, en de side-plank een betere oefening dan de oblique-crunch.
Bij die betere oefeningen isoleer je je spiergroepen niet. Je pakt alle spiergroepen in je midsectie [magazines en trainers spreken liever van core], inclusief spieren in je heupen en in je bovenrug en schouders. Het zijn, in het jargon van bewegingswetenschappers, integration core exercises.
De onderzoekers plakten elektroden op de spieren van 20 proefpersonen, en lieten de proefpersonen vervolgens 16 core-oefeningen uitvoeren. Via de elektroden konden de onderzoekers zien hoe intensief de oefeningen de spieren van de proefpersonen activeerden. Hoe meer electrische activiteit in een spier, des te harder moet die spier werken.
De figuur hieronder vertelt dat de core-spieren harder moeten werken tijdens een plank [rechtsonder; voorgrond in de grafiek] dan tijdens een crunch [linksonder; achtergrond in de grafiek].
AD = anterior deltoid, RA = rectus abdominus, EO = external abdominal oblique, TE = thoracic erector spinae [de spier die van je schedel tot aan je heupbeen langs je ruggengraat loopt], LE = lumbar erector spinae [de onderrugspier], GM = gluteus maximus.
Hieronder zie je een vergelijking tussen de superman [linksonder; achtergrond in de grafiek] en de pointer [rechtsonder; voorgrond in de grafiek].
De superman is net zo'n isolatie-oefening als de crunch. Je ligt op de grond, en trekt je benen en borst omhoog doordat je je gluten en onderrugspier samentrekt. De pointer lijkt meer op de plank. Je brengt je lichaam in een houding waarin je corespieren hard moeten werken om je wervels stabiel te houden. De figuur hieronder maakt duidelijk welke van de twee de betere oefening is.
Bron:
J Strength Cond Res. 2012 May 10. [Epub ahead of print].
Comment