Duur en kracht training combineren?

Collapse
X
 
  • Filter
  • Time
  • Show
Clear All
new posts

  • Duur en kracht training combineren?

    kan ik mijn biceps, triceps en schouders zowel met kracht als met duur trainen?

    massa heb ik namelijk niet nodig voor stootkracht, teminste niet nog meer.

    en nog'n vraag eigenlijk, gaat er massa verloren als ik altijd massa heb getraind en nu op kracht en duur doorga? (dan heb'kt alleen over m'n schouders, triceps en biceps)

    mvg, sam
    19 jaar, 1.78 m, 88 KG, 14% BF

    ''I'm back''

  • #2
    'k zou't ook fijn vinden als iemand me 't verhaaltje over de witten en rode spiervezels kon vertelle?
    19 jaar, 1.78 m, 88 KG, 14% BF

    ''I'm back''

    Comment


    • #3
      Als je niet meer voor massa gaat trainen zal de massa allicht iets afnemen maar denk dat het wel mee zal vallen.
      Who's the Chef

      Comment


      • #4
        bedankt mod! kan iemand m'n andere vragen mischien beantwoorden?
        19 jaar, 1.78 m, 88 KG, 14% BF

        ''I'm back''

        Comment


        • #5
          FF google maat

          Het lichaam van de mens bestaat o.a. uit spieren, zowel rode als witte. Bij de mens komen deze spiervezels door elkaar voor. De rode spiervezels doen dienst bij het handhaven van de houding en zijn van belang bij duursporten, terwijl de witte spiervezels dienst doen voor kortdurende krachtsinspanningen zoals bij de sprint. Rode spiervezels zijn rood omdat ze een bepaald eiwit bevatten: het myoglobine (Dat is ook wel aanwezig in witte spiervezels, maar in mindere mate). Dit eiwit kan zuurstof vasthouden. Dit spiertype maakt bij zijn energievoorziening dan ook vooral gebruik van zuurstof (en is dus aeroob). Het enzympatroon is hieraan aangepast en de vezels bevatten veel mitochondriën. Een ander kenmerk van rode spieren is, dat ze goed doorbloed zijn. Dit is nodig door hun grote afhankelijkheid van zuurstof. Verder bezitten rode spieren minder myofibrillen (contractiele elementen) dan witte. Ook is de manier waarop ze gekoppeld zijn aan de zenuwen anders. Ze kunnen slechts langzaam samentrekken. Witte spiervezels hebben minder bloedcappilairen, bevatten weinig myoglobine en kunnen slechts kortdurend contraheren en zijn daardoor sneller vermoeid. De energielevering kan ook zonder zuurstof (anaeroob) plaatsvinden. Ze hebben een hieraan aangepast enzympatroon en weinig mitochondriën. Door hun dichte myofibrillenpakking kunnen ze een grote kracht leveren. Ze kunnen snel samentrekken.Door langdurige training kunnen de spieren zich ontwikkelen in het voordeel van de rode spiervezels. Hierdoor worden ze beter geschikt voor duursport. Spieren kunnen niet zodanig getraind worden, dat de verhouding tussen rode en witte vezels verandert in het voordeel van de witte vezels. Iemand met aanleg voor duursporten zal zich dan ook moeilijk kunnen ontwikkelen in een sport zoals sprinten. Andersom is wel mogelijk. De spieren van sommige zoogdieren bestaan uit rode of witte spiervezels. De rode spiervezels worden ook wel ""langzame"" spieren genoemd, de witte ""snelle"" spieren. Kijk op de volgende internetadressen: 1. Lichamelijke Opvoeding index 2. members.lycos.nl/biologia/De%20spieren.htm 3. webs.hogent.be/~lsp637/site/DEEL2.DOC


          Rode en witte spiervezels


          Een marathonloper en een bodybuilder hebben allebei zeer goed getrainde spieren en toch zien ze er heel verschillend uit. Dit heeft te maken met het soort spiervezel dat deze atleten vooral getraind hebben. Genetisch zou iedereen 50% witte spiervezels en 50% rode spiervezels moeten hebben. Gelukkig geldt ook hier de regel dat iedereen verschillend is. De marathonloper heeft (genetisch) relatief veel rode spiervezels, terwijl een bodybuilder juist relatief veel witte spiervezels heeft. Een bijkomstigheid is dat de ratio van witte en rode vezels niet hetzelfde is over alle spieren in het lichaam. De borstspier kan bijvoorbeeld een ratio hebben van 30% rode en 70% witte spiervezels, terwijl de kuiten deze ratio precies andersom hebben (dus 30% witte en 70% rode). Het prioriteitsprincipe (een spiergroep die achterblijft in spiergroei, moet eerst getraind worden voor snellere spiergroei) gaat dus niet altijd op aangezien de witte spiervezel hypertrofiëerd (groter wordt) en de rode niet. Meer over de verschillen van de vezels staat hieronder.

          De Rode Spiervezels
          De rode spiervezel staat ook wel bekend als de Slow Twitch spiervezel door het traag op gang komen van dit spiervezeltype. Dit vezeltype komt vooral voor bij de marathonatleet. De reden dat deze spiervezel de rode spiervezel heet, is omdat er een kleurverandering naar rood optreedt als de vezel in contact wordt gebracht met een bepaalde vloeistof. Training van de rode spiervezel moet worden uitgevoerd in het zuurstofsysteem en zorgt wel voor een toename van mitochondrieën, maar niet voor een vergroting van de spier (alleen de witte vezels kunnen hypertrofiëren).

          De Witte Spiervezels
          Dit weefsel wordt ook wel Fast Twitch genoemd door zijn explosieve kracht. Een bodybuilder heeft relatief veel wit spiervezel in zijn lichaam zitten, waardoor hij voor toename van spiermassa kan trainen met resultaat. De training vindt voornamelijk plaats in de fosfaatpoel en ook in het melkzuursysteem.

          Warming-up
          Als de witte vezels worden getraind, worden ook de rode vezels getraind, maar niet andersom. Als je in de training vooral gebruik gaat maken van de witte vezels (dus gewichtstraining op een hoge intensiteit), moet je deze spiervezels opwarmen door bijvoorbeeld het uitvoeren van dezelfde oefening op een lagere intensiteit).



          Alle spieren in ons lichaam zijn opgebouwd uit spiervezels. Hoe meer spiervezels, hoe dikker sterker de spier. Er zijn twee verschillende vezels, rode en witte. Beiden hebben een verschillende functie. De verhouding ertussen wordt in de eerste instantie bepaald door je genen.

          De rode spiervezels zijn in staat om langdurig een geringe kracht uit te oefenen. Daar is veel zuurstof voor nodig en daarbij wordt veel vet verbrand. Duursporters maken vooral gebruik van deze spiervezels. Hun spieren bestaan dan ook grotendeels uit rode spiervezels en zij hebben meestal een laag vetpercentage.

          De witte spiervezels gebruik je voor het uitoefenen van explosieve kracht. Deze vezels zullen na zware kortdurende inspanningen toenemen in aantal, waardoor je sterkere spieren krijgt.

          Wanneer worden rode spiervezels geprikkeld?
          Bij een geringe weerstand (een niet te groot gewicht) van ca 20% (van de maximale kracht) belasting, zonder bijzondere snelheid.

          Wanneer worden witte spiervezels geprikkeld?
          Bij een belasting met een geringe weerstand en een zeer hoge snelheid kan de lichamelijke inspanning alleen gegarandeerd worden door het inzetten van de witte spiervezels.

          Voorwaarde is wel dat van meet af aan de impulsfrequentie hoog is (bij een hoge concentratie). Neemt de weerstand toe, dan kunnen e betreffende motoneuronen hun ontladingsfrequentie niet meer verhogen. Om evenwel een verhoogd krachtniveau te bereiken, moeten ander motor-units worden ingeschakeld, die echter een geringere contractiesnelheid hebben (het zijn intermediaire en rode vezels) en daardoor de gehele snelheid van de beweging vertragen.

          Wanneer worden ze beiden geprikkeld?
          Bij zeer hoge intensiteit is het nodig om beide vezels in te zetten om tot het beoogde resultaat te komen.


          en er is nog veeeeel meer
          Who's the Chef

          Comment


          • #6
            haha bedankt voor de informatie daar ben'k wel eff zoet mee !
            19 jaar, 1.78 m, 88 KG, 14% BF

            ''I'm back''

            Comment


            • #7
              rode spiervezels: slow twitch (type 1)
              - bevat veel mitochondriën
              - hoge aerobe capaciteit
              - kleiner dan type 2
              - vooral voor duurkracht

              witte vezels: fast twitch (type 2)
              - minder mitochondriën
              - vooral voor explosieve/ maximale kracht
              - kan snel groeien

              type 2 is onder te verdelen in 3 subgroepen

              per spier is het aantal fast en slow twitches gelijk (50 % - 50 %)
              De beste supplementen tegen de scherpste prijzen!

              Check ook onze FACEBOOK pagina

              Comment


              • #8
                Is niet gelijk per spiergroep. Hamstrings hebben bijvoorbeeld procentueel gezien gewoonlijk veel meer type 2 dan bijvoorbeeld kuiten.
                "Een zoektocht naar kennis moet los staan van het moreel van goed of kwaad, anders is die toch gedoemd niet volledig te zijn." - Genjuro

                sigpic

                "Rock is overpowered. Paper is fine" -Scissors-

                Comment


                • #9
                  ik heb het even opgezocht...

                  google:
                  Het aantal spiervezels is voor een groot deel genetisch bepaald. Er is niets wat je kan doen om het aantal spiervezels te vergroten, of de structuur te veranderen.

                  Dit is de reden waarom sommigen, na maanden hard zwoegen met gewichten, amper resultaat zien, terwijl bij anderen de spiermassa en de kracht bijna onmiddellijk vergroot. Ieder mens is uniek en het aantal en het type spiervezels bepaalt het resultaat van je training.
                  De samenstelling van het type I- en type II-spiervezels bepaalt hoe gemakkelijk je spieren aan kracht en omvang zullen winnen. Sommigen hebben een groot aantal type I vezels en zullen minder kracht ontwikkelen dan mensen met een groot aantal type II vezels. Personen die een hoog percentage type I vezels hebben, behalen gewoonlijk mindere resultaten en de ontwikkeling gaat trager.
                  Dit wil niet zeggen dat deze mensen geen mooi en strak lichaam kunnen krijgen. Er zijn namelijk ook andere factoren die hierbij een rol spelen. Een goed uitgewerkt fitness programma en een gebalanceerde voeding zijn de ideale mix om een droomlichaam te krijgen.
                  Kan er dan helemaal niets aan de samenstelling of structuur van de spiervezels veranderd worden? Wel, sommige spiervezels kunnen eigenschappen van een ander type vezel overnemen. Zo kunnen vezels van het type IIa leren meer zuurstof te gebruiken en zo een eigenschap van een type I vezel aannemen. Dit kan met een aërobische training.
                  Vezels van het type IIb kunnen eigenschappen van type IIa vezels overnemen en daardoor meer uithoudingsvermogen krijgen. Duurtraining verandert niet het type vezel, maar kan wel de aërobische capaciteit van een spier vergroten. De verandering kan zich nooit in de omgekeerde volgorde voordoen: vezels van het type I kunnen niet de eigenschappen van type II vezels overnemen.


                  karl noten schrijft in zijn total fitness bijbel

                  "Bijzonder is dat het aantal slow twitch vezels en het aantal fast twitch vezels per spier altijd gelijk is (50/50). Toch verschilt de totale omvang van slow t.o.v. fast per spier en per individu, dit is genetisch bepaald. Hierdoor zien we verschillende trainingsresultaten bij verschillende individuen met hetzelfde trainingsprogramma"
                  De beste supplementen tegen de scherpste prijzen!

                  Check ook onze FACEBOOK pagina

                  Comment


                  • #10
                    Karl Noten moet gewoon met z'n vieze poten van kinderen afblijven!
                    Geniet, en drink met maten!

                    Comment


                    • #11
                      Originally posted by de sterkste ophaler View Post
                      Karl Noten moet gewoon met z'n vieze poten van kinderen afblijven!
                      heeft ie dat ooit gedaan dan?

                      Comment


                      • #12
                        Originally posted by Sports-Nutrition View Post
                        karl noten schrijft in zijn total fitness bijbel

                        "Bijzonder is dat het aantal slow twitch vezels en het aantal fast twitch vezels per spier altijd gelijk is (50/50). Toch verschilt de totale omvang van slow t.o.v. fast per spier en per individu, dit is genetisch bepaald. Hierdoor zien we verschillende trainingsresultaten bij verschillende individuen met hetzelfde trainingsprogramma"
                        Even los van het feit dat ik Karl Noten geen referentie vind, hij kletst uit zijn nek.

                        Hij zegt het aantal spiervezels is altijd 50/50 (type 1/type 2) verdeeld, los van de spiergroep. De omvang van de slow/fast wisselt per persoon en per spier.

                        Natuurlijk kun je die omvang laten veranderen (o.a. door training), dan groeit bijvoorbeeld type 2 en verander je die omvang. Maar het is bullshit dat iedereen 50/50 aantal spiervezels heeft, los van spier, los van persoon.

                        Als dat zo was hadden we namelijk ook geen mensen die excelleerden op marathons, of juist sprinters (die verschillen in deze mate).
                        Daarnaast kon in dat geval iedereen hetzelfde trainen. Dan hadden we uniforme regels, voor bb, train type 2 op die en die intensiteit. Zo gaat het echter niet, omdat die verhoudingen bij iedereen anders liggen. Zijn namelijk ook bb'ers die beter gaan op 30 reppers.
                        "Een zoektocht naar kennis moet los staan van het moreel van goed of kwaad, anders is die toch gedoemd niet volledig te zijn." - Genjuro

                        sigpic

                        "Rock is overpowered. Paper is fine" -Scissors-

                        Comment


                        • #13
                          Originally posted by bong bong View Post
                          heeft ie dat ooit gedaan dan?
                          hij heeft er naar gekeken op zijn pc
                          De beste supplementen tegen de scherpste prijzen!

                          Check ook onze FACEBOOK pagina

                          Comment


                          • #14
                            Originally posted by GeneralIx View Post
                            Is niet gelijk per spiergroep. Hamstrings hebben bijvoorbeeld procentueel gezien gewoonlijk veel meer type 2 dan bijvoorbeeld kuiten.
                            Dat is ook waar
                            en bijv. marathonlopers hebben in het algemeen veel slow-twitch spiervezels
                            en powerlifters hebben veel fast-twitch spiervezels (Like me )

                            je kunt ook aan de hand van een bepaalde test zien of je meer fast 0f slow-twitch bent.
                            18 jaar, 105 kg,

                            DL:
                            210 BP: 130 NP:100 SQ:175

                            Comment

                            Sidebar top desktop

                            Collapse

                            Actieve discussies

                            Collapse

                            Working...
                            X