Plaatselijk vet verbranden,
onlangs kwam het weer in een discussie naar voren bij ons concurrent forum,
Gelijk de beterweters die onmiddellijk gaan papagaaien, Kan niet, bestaat niet.
Ik gaf aan het niet te weten. Ik heb immers nooit ergens enig bewijs gezien of onderzoek waaruit blijkt dat het niet kan.
In mijn mening denk ik dat het lichaam eerst op zoek gaat naar snel bruikbaar vet om af te breken op veilige plaatsen of makkelijk bereikbare / vet-afbreekbare plaatsen, ongeacht de getrainde spieren op dat moment.
Ik heb wel altijd het idee gehad dat er ook een deel vetten uit de spieren gebruikt kan worden om af te breken tot vetzuren voor snelle ATP aanmaak.
Nu schijnt of blijkt dat het dus wel degelijk kan, het lokaal vet verbranden, maar daar is wel wat voor nodig.
Je zou dan een bepaalde beweging of oefening continu gericht op die specifieke spier(en) moeten doen voor ten minste 30 minuten achtereen.
Dan kan je lokaal vet verbranden, helaas hebben we daar niet zo heel veel aan.
Het gaat namelijk om spiervet, vetten tussen de cellen en vezels of vezelbundels (intra-musculair vet).
Dus alleen in een scherpe cut om harder en droger te worden heb je daar iets aan (contest-cut).
Are blood flow and lipolysis in subcutaneous adipose tissue influenced by contractions in adjacent muscles in humans?
Bente Stallknecht1*, Flemming Dela1, and Jorn Wulff Helge2
1 Department of Medical Physiology, The Panum Institute, University of Copenhagen, Copenhagen, Denmark
2 Medical Physiological Department, Panum Institute, Blegdamsvej 3, Copenhagen, Denmark; Department of Medical Physiology, The Panum Institute, University of Copenhagen, Copenhagen, Denmark
* To whom correspondence should be addressed. E-mail: [email protected].
Aerobic exercise increases whole-body adipose tissue lipolysis, but is lipolysis higher in subcutaneous adipose tissue (SCAT) adjacent to contracting muscles than in SCAT adjacent to resting muscles?
Ten healthy, overnight-fasted males performed one-legged knee extension exercise at 25% of maximal workload (Wmax) for 30 minutes followed by exercise at 55% Wmax for 120 minutes with the other leg and finally exercised at 85% Wmax for 30 minutes with the first leg. Subjects rested for 30 minutes between exercise periods.
Femoral SCAT blood flow was estimated from washout of 133Xe and lipolysis was calculated from femoral SCAT interstitial and arterial glycerol concentrations and blood flow.
In general, blood flow as well as lipolysis was higher in femoral SCAT adjacent to contracting than adjacent to resting muscle (time 15-30 min: blood flow: 25% Wmax: 6.6 * 1.0 vs. 3.9 * 0.8 ml 100 g-1 min-1, P < 0.05; 55% Wmax: 7.3 * 0.6 vs. 5.0 * 0.6, P < 0.05; 85% Wmax: 6.6 * 1.3 vs. 5.9 * 0.7, P > 0.05; lipolysis: 25% Wmax: 102 * 19 vs. 55 * 14 nmol 100 g-1 min-1, P = 0.06; 55% Wmax: 86 * 11 vs. 50 * 20, P > 0.05; 85% Wmax: 88 * 31 vs. -9 * 25, P < 0.05).
In conclusion, blood flow and lipolysis are generally higher in SCAT adjacent to contracting than adjacent to resting muscle irrespective of exercise intensity. Thus, specific exercises can induce "spot lipolysis" in adipose tissue.
Are blood flow and lipolysis in subcutaneous adipose tissue influenced by contractions in adjacent muscles in humans? -- Stallknecht et al., 10.1152/ajpendo.00215.2006 -- AJP - Endocrinology and Metabolism
onlangs kwam het weer in een discussie naar voren bij ons concurrent forum,
Gelijk de beterweters die onmiddellijk gaan papagaaien, Kan niet, bestaat niet.
Ik gaf aan het niet te weten. Ik heb immers nooit ergens enig bewijs gezien of onderzoek waaruit blijkt dat het niet kan.
In mijn mening denk ik dat het lichaam eerst op zoek gaat naar snel bruikbaar vet om af te breken op veilige plaatsen of makkelijk bereikbare / vet-afbreekbare plaatsen, ongeacht de getrainde spieren op dat moment.
Ik heb wel altijd het idee gehad dat er ook een deel vetten uit de spieren gebruikt kan worden om af te breken tot vetzuren voor snelle ATP aanmaak.
Nu schijnt of blijkt dat het dus wel degelijk kan, het lokaal vet verbranden, maar daar is wel wat voor nodig.
Je zou dan een bepaalde beweging of oefening continu gericht op die specifieke spier(en) moeten doen voor ten minste 30 minuten achtereen.
Dan kan je lokaal vet verbranden, helaas hebben we daar niet zo heel veel aan.
Het gaat namelijk om spiervet, vetten tussen de cellen en vezels of vezelbundels (intra-musculair vet).
Dus alleen in een scherpe cut om harder en droger te worden heb je daar iets aan (contest-cut).
Are blood flow and lipolysis in subcutaneous adipose tissue influenced by contractions in adjacent muscles in humans?
Bente Stallknecht1*, Flemming Dela1, and Jorn Wulff Helge2
1 Department of Medical Physiology, The Panum Institute, University of Copenhagen, Copenhagen, Denmark
2 Medical Physiological Department, Panum Institute, Blegdamsvej 3, Copenhagen, Denmark; Department of Medical Physiology, The Panum Institute, University of Copenhagen, Copenhagen, Denmark
* To whom correspondence should be addressed. E-mail: [email protected].
Aerobic exercise increases whole-body adipose tissue lipolysis, but is lipolysis higher in subcutaneous adipose tissue (SCAT) adjacent to contracting muscles than in SCAT adjacent to resting muscles?
Ten healthy, overnight-fasted males performed one-legged knee extension exercise at 25% of maximal workload (Wmax) for 30 minutes followed by exercise at 55% Wmax for 120 minutes with the other leg and finally exercised at 85% Wmax for 30 minutes with the first leg. Subjects rested for 30 minutes between exercise periods.
Femoral SCAT blood flow was estimated from washout of 133Xe and lipolysis was calculated from femoral SCAT interstitial and arterial glycerol concentrations and blood flow.
In general, blood flow as well as lipolysis was higher in femoral SCAT adjacent to contracting than adjacent to resting muscle (time 15-30 min: blood flow: 25% Wmax: 6.6 * 1.0 vs. 3.9 * 0.8 ml 100 g-1 min-1, P < 0.05; 55% Wmax: 7.3 * 0.6 vs. 5.0 * 0.6, P < 0.05; 85% Wmax: 6.6 * 1.3 vs. 5.9 * 0.7, P > 0.05; lipolysis: 25% Wmax: 102 * 19 vs. 55 * 14 nmol 100 g-1 min-1, P = 0.06; 55% Wmax: 86 * 11 vs. 50 * 20, P > 0.05; 85% Wmax: 88 * 31 vs. -9 * 25, P < 0.05).
In conclusion, blood flow and lipolysis are generally higher in SCAT adjacent to contracting than adjacent to resting muscle irrespective of exercise intensity. Thus, specific exercises can induce "spot lipolysis" in adipose tissue.
Are blood flow and lipolysis in subcutaneous adipose tissue influenced by contractions in adjacent muscles in humans? -- Stallknecht et al., 10.1152/ajpendo.00215.2006 -- AJP - Endocrinology and Metabolism
Comment