HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN VAN DE EUROPESE UNIE
Artikel 1De menselijke waardigheid
De menselijke waardigheid is onschendbaar. Zij moet worden geëerbiedigd en beschermd.Artikel 1De menselijke waardigheid
Artikel 2Het recht op leven
1. Eenieder heeft recht op leven.2. Niemand wordt tot de doodstraf veroordeeld of terechtgesteld.
Bij abstracte rechten moest ik even hieraan denken, ik zeg er wel bij dat deze later nader zijn uitgewerkt in andere verdragen/ nationale wetten.
Artikel 137c wetboek van Strafrecht.
1
Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
Eerder is bepaald dat de uitspraken van Wilders over de Islam nog binnen de bescherming van de vrijheid van meningsuiting vallen omdat hij zich alleen maar uit over een ideologie. Dit keer gaat het echter concreet over een groep mensen, op grond van hun ras. Het enige twistpunt dit keer is of zijn uitspraken als opzettelijk beledigend kunnen worden opgevat.
Artikel 10 EVRM
1.Een ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen. Dit artikel belet Staten niet radio-omroep-, en bioscoop- of televisieondernemingen te onderwerpen aan een systeem van vergunningen.
2.Daar de uitoefening van deze vrijheden plichten en verantwoordelijkheden met zich brengt, kan zij worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de nationale veiligheid, territoriale integriteit of openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen, om de verspreiding van vertrouwelijke mededelingen te voorkomen of om het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht te waarborgen.
De vrijheid van meningsuiting is in NL geregeld bij de grondwet, guess what, je kan je nauwelijks beroepen op de grondwet omdat de rechter niet aan de grondwet mag toetsen (art. 120 van de Grondwet). Dus we kijken naar een hogere regeling, het EVRM. Hierin is bepaald dat er sprake is van vrijheid van meningsuiting behoudens enkele uitzonderingen (lid 2).
Dus als hij zich inderdaad schuldig maakt aan discriminatie, gaat zijn vrijheid van meningsuiting niet op, dat recht is gewoon NIET alomvattend.
Just my two cents, als iemand fouten vindt mag je me corrigeren.
Comment