Over het nut van goede voeding voor het leveren van sportieve topprestaties jan vandaag geen twijfel meer bestaan. Evenzo mensen veel sporters dat ze naast een "normale" uitgebalanceerde voeding baat vinden bij het nemen van allerhande voedingssupplementen. Megadoses vitaminen, eiwitpreparaten en anti-oxidantia zijn in de sportwereld niet ongewoon. Vijftig tot tachtig procent van de atleten zou regelmatig één of meerdere voedingssupplementen gebruiken. Het gebruik van allerlei preparaten en supplementen wordt vooral ingegeven door de informatie naar sporters en begeleiders, die vaak bijna uitsluitend bestaat uit advertenties en populaire, quasi-wetenschappelijke publicaties. Het beantwoorden van de vraag of voedingssupplementen nodig zijn heeft echter geen zin wanneer men niet weet of er eventueel tekorten zijn. Evenmin kan aan het nut ervan worden getwijfeld wanneer men niet bekend is met de (bewezen) effecten en mogelijke neveneffecten. Het inwinnen van een degelijk en onderbouwd voedingsadvies is dan ook de eerste stap die moet genomen worden vooraleer men handenvol geld uitgeeft aan supplementen.
Al van oudsher wordt aan bepaalde voedingsmiddelen herstelbevorderende en prestatieverbeterende eigenschappen toegeschreven. In de derde eeuw voor Christus wordt door de Griekse arts Galen opschrift gedaan van het gebruik van "substanties" om prestaties te verbeteren. Uit de Romeinse tijd is bekend dat de gladiatoren "speciale" voedingsmiddelen gebruikten om sneller te herstellen van een blessure. Het gebruik van voedingssupplementen is dan ook even oud als de sport zelf. De laatste decennia is er grote interesse omstaan naar de werking van verschillende voedingssupplementen op de sportprestatie en het herstel. In het merendeel van de wetenschappelijke studies werd echter vastgesteld dat de meeste producten geen direct positieve invloed op het prestatievermogen hebben, maar dat het zogenaamde "placebo"-effect waarschijnlijk het belangerijkste effect is. Deze bevinding blijkt slecht in geringe mate tot de sportwereld te zijn doorgedrongen. In de praktijk hhersen er immers nog veel misverstanden over de betekenis en noddzaak van voedingssupplementen en over de invloed ervan op de sportprestatie. Dit is meteen de reden waarom veel sporters nog steeds onnodig en veel te veel voedingssupplementen gebruiken.
Sterker nog, verkeer en overmatig gebruik van supplementen kan de prestatie zelfs negatief beïnvloeden en schadelijk zijn voor de gezondheid van de sporter.
Overdaad schaadt, een veel gehoord misverstand bij gebruik van voedingssupplementen is de kreet "baat het niet, dan schaadt het niet". Dit gaat helaas voor het merendeel van de voedingssupplementen niet op.
Voedingssupplementen zijn, zoals de term al zegt, in de eerste plaats aanvulling op een normale voeding. Niets meer. Het is niet verstandig om zomaar zeer hoge doses supplementen te gebruiken zonder een voorafgaandelijke grondige voedingsanalyse. Vorr iedere sporter is het daarom zinvoller om eerst zijn voedingspatroon kritisch door te lichten en niet blind te vertrouwen op wat de reclame wilt doen geloven. En als men zich dan toch aan supplementen begeeft, zijn absurd hhog gedoseerde preparaten ten stelligste af te raden. De kans is groot dat het alleen maar averechts werkt.
De meeste werking van de verschillende supplementen berusten op het zogenaamde "placebo"-effect. Alhoewel men op basis van een goed gecontroleerd onderzoek weet dat de inname van een bepaalde substantie geen effect heeft, voelt men er zich toch beter bij en wordt de prestatieverbetering aan de inname toegeschreven. Deze psychologische invloed mag dan ook niet worden onderschat. Om eventuele tekorten te voorkomen, het psychologische voordeel te bieden, maar overdosering te voorkomen, moet dan niet naar een maximale, doch naar een minimale (optimale) aanvulling worden gestreefd. Hierbuj is het belangerijk te beseffen dat alleen aanvulling nodig is bij topsporters of in zeer specifieke gevallen bij recreanten en dat gebruik van supplementen door recreanten in de meeste gevallen en verspilling van geld is.
Al van oudsher wordt aan bepaalde voedingsmiddelen herstelbevorderende en prestatieverbeterende eigenschappen toegeschreven. In de derde eeuw voor Christus wordt door de Griekse arts Galen opschrift gedaan van het gebruik van "substanties" om prestaties te verbeteren. Uit de Romeinse tijd is bekend dat de gladiatoren "speciale" voedingsmiddelen gebruikten om sneller te herstellen van een blessure. Het gebruik van voedingssupplementen is dan ook even oud als de sport zelf. De laatste decennia is er grote interesse omstaan naar de werking van verschillende voedingssupplementen op de sportprestatie en het herstel. In het merendeel van de wetenschappelijke studies werd echter vastgesteld dat de meeste producten geen direct positieve invloed op het prestatievermogen hebben, maar dat het zogenaamde "placebo"-effect waarschijnlijk het belangerijkste effect is. Deze bevinding blijkt slecht in geringe mate tot de sportwereld te zijn doorgedrongen. In de praktijk hhersen er immers nog veel misverstanden over de betekenis en noddzaak van voedingssupplementen en over de invloed ervan op de sportprestatie. Dit is meteen de reden waarom veel sporters nog steeds onnodig en veel te veel voedingssupplementen gebruiken.
Sterker nog, verkeer en overmatig gebruik van supplementen kan de prestatie zelfs negatief beïnvloeden en schadelijk zijn voor de gezondheid van de sporter.
Overdaad schaadt, een veel gehoord misverstand bij gebruik van voedingssupplementen is de kreet "baat het niet, dan schaadt het niet". Dit gaat helaas voor het merendeel van de voedingssupplementen niet op.
Voedingssupplementen zijn, zoals de term al zegt, in de eerste plaats aanvulling op een normale voeding. Niets meer. Het is niet verstandig om zomaar zeer hoge doses supplementen te gebruiken zonder een voorafgaandelijke grondige voedingsanalyse. Vorr iedere sporter is het daarom zinvoller om eerst zijn voedingspatroon kritisch door te lichten en niet blind te vertrouwen op wat de reclame wilt doen geloven. En als men zich dan toch aan supplementen begeeft, zijn absurd hhog gedoseerde preparaten ten stelligste af te raden. De kans is groot dat het alleen maar averechts werkt.
De meeste werking van de verschillende supplementen berusten op het zogenaamde "placebo"-effect. Alhoewel men op basis van een goed gecontroleerd onderzoek weet dat de inname van een bepaalde substantie geen effect heeft, voelt men er zich toch beter bij en wordt de prestatieverbetering aan de inname toegeschreven. Deze psychologische invloed mag dan ook niet worden onderschat. Om eventuele tekorten te voorkomen, het psychologische voordeel te bieden, maar overdosering te voorkomen, moet dan niet naar een maximale, doch naar een minimale (optimale) aanvulling worden gestreefd. Hierbuj is het belangerijk te beseffen dat alleen aanvulling nodig is bij topsporters of in zeer specifieke gevallen bij recreanten en dat gebruik van supplementen door recreanten in de meeste gevallen en verspilling van geld is.
Comment