Tweet
1. Je gaat net dat stapje verder
Hoewel je wandelend of hardlopend heel wat mooie plekken kunt ontdekken, ga je op de fiets net dat stapje verder. Je hebt de mogelijkheid om je sneller over lange afstanden te verplaatsen, en dat zorgt ervoor dat je dit ook sneller zult doen. De lange afstanden die je aflegt tijdens het wielrennen (zeker in tegenstelling tot wandelen of hardlopen) zorgen ervoor dat je spieren harder en langer moeten werken.
2. Het is gezonder
Een onderzoek aan de Appalachian State University gaf als resultaat dat zelfs hardlopers er verstandig aan doen om fietsen er als sport naast te pakken. Ze gaven zelfs het ‘dringende advies’ om regelmatig te fietsen. Hardlopers hebben na hun inspanningen namelijk meer kans op pijnlijke spieren. Vermoeidheid, irritatie en zelfs ontstoken spieren komen regelmatig voor. Bij wielrenners was er daarentegen veel minder schade te ontdekken, en de wielrenners leken ook veel minder last te hebben van pijn en irritatie dan de hardlopers.
3. Je gebruikt meer spiergroepen
Je gebruikt dan ook een behoorlijk aantal spiergroepen tijdens het wielrennen. Namelijk niet alleen de benen, maar ook de armen, buik en onderrug worden hierdoor getraind. Net als met zwemmen gebruik je een flink aantal verschillende spiergroepen, die de hele tocht in nauw verband met elkaar samenwerken. Zo komt niet alle belasting op een specifieke spiergroep, maar wordt dit juist goed verdeeld door het hele lichaam. Minder vaak naar de fysio dus!
4. Minder blessure gevoelig
Zoals we in puntje drie al aangeven wordt het lichaam minder specifiek intensief belast dan bij sporten zoals bijvoorbeeld hardlopen. Waar bij hardlopen alle schokken opgevangen moeten worden door de enkels, knieën en heupen is hier bij wielrennen geen sprake van. Het zorgt er dus voor dat je spieren goed getraind worden, zonder dat ze regelmatig met overbelasting kampen.
5. Rekken en strekken
Daarnaast zorgt de beweging van het fietsen er voor dat spieren niet alleen actief ingezet worden, maar ook direct rekken en strekken. Hoewel een korte warm-up en cool-down altijd belangrijk en gezond is, zul je hier bij het wielrennen minder aandacht aan hoeven te besteden dan bij bijvoorbeeld het hardlopen.